Een goed curriculum
Goed onderwijs kan niet zonder een goede basis. Het curriculum is die basis. Want in het curriculum staat wat leerlingen moeten kennen en kunnen. Een goed curriculum geeft richting aan het leerproces van leerlingen. Leraren, lerarenopleiders, methodemakers en al die andere mensen die in en om de school werken, weten zo wat ze moeten en mogen. Een goed curriculum is ook actueel. De laatste inzichten uit onderwijs, maatschappij en wetenschap zijn erin verwerkt.
De minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media heeft een onafhankelijke wetenschappelijke commissie (Curriculumcommissie) ingesteld. Deze is gevraagd te adviseren over gewenste aanpassingen in het landelijke curriculum en over de werkwijze waarop de actualisering moet worden vormgegeven. Zo draagt de Curriculumcommissie bij aan de kwaliteit van het onderwijs in Nederland.
Luister deze podcasts en maak nader kennis met de commissie.
Tijdlijn >>
Tussenadvies-1 over de curriculumvoorstellen (verschijnt samen met het tussenadvies II werkopdracht po/onderbouw vo)
juni
2020
Tussenadvies-2 over de werkopdracht ontwikkeling conceptkerndoelen po en onderbouw vo
januari
2021
Tussenadvies-3 over de bijstelling examenprogramma's vo bovenbouw
juni
2021
Verdiepende studie Kansengelijkheid
juni
2021
Verdiepende studie Samenhang en vaardigheden
september
2021
Tussenadvies-4A over de systematiek van periodieke herijking
juni
2022
Tussenadvies-5A over de conceptkerndoelen basisvaardigheden Nederlands en rekenen/wiskunde en 5B over het eigen functioneren met oog op de inrichting van een systeem van periodieke herijking - de inrichting van de monitoring van het curriculum.
maart
2024
Tussenadvies-5C over de conceptkerndoelen Burgerschap en Digitale geletterdheid.
september
2024
Eindadvies over de 1e tranche bijgestelde conceptexamenprogramma's voor de bovenbouw vo en een aantal thema’s die in eerdere adviezen aan de orde zijn geweest. (afhankelijk van politieke besluitvorming)
december
2024
Taken van de curriculumcommissie
De commissie adviseert de Minister en doet hierbij richtinggevende aanbevelingen voor actualisering van de kerndoelen en eindtermen. Daarmee is het formele curriculum voor het primair en het voortgezet onderwijs wettelijk vastgelegd. Hiernaast buigt de commissie zich over de inrichting van een systematiek voor periodieke herijking van het curriculum.
De commissie is eerst gevraagd een taxatie te doen van de opbrengst van Curriculum.nu. Vervolgens heeft zij geadviseerd om met behulp van een vast kader (rationale) de vernieuwing van de kerndoelen ter hand te nemen. De Minister heeft dit overgenomen in de werkopdrachten aan SLO. Als de nieuwe kerndoelen en eindtermen er zijn, adviseert de commissie vervolgens of ze voldoen aan de gestelde doelen. Is het vernieuwde curriculum bijvoorbeeld minder overladen? En bevordert het gelijke kansen voor leerlingen? Is er meer houvast voor het maken van een schooleigen curriculum?
De commissie heeft ook twee studies ter hand genomen. Eén over kansengelijkheid en één over samenhang en vaardigheden.
De commissie eindigt met een evaluatie over haar eigen functioneren en hoe in de toekomst het curriculum meer systematisch te actualiseren.
De curriculumcommissie adviseert over de vernieuwing van het curriculum voor het primair en het voortgezet onderwijs. En doet voorstellen hoe de nieuwe kerndoelen en examenprogramma’s ondersteunend kunnen zijn aan goed onderwijs in de school.